Dwarsligger: Rapportvergaderingen
Als ik Arie Slob was, zou ik me geen enkele zorg maken over
de werkdruk in het onderwijs. Tenminste: niet zo lang overal in den lande het
fenomeen rapportvergadering nog bestaat. Want als die flauwekulmiddagen iets
bewijzen is het dit: we hebben geen gebrek aan tijd, wel gebrek aan visie en
zijn te bedonderd om te zeggen dat het tot hier en niet verder gaat. Ik zal u
een aantal zeer akelige kanten van het fenomeen schetsen, waarbij ik u beloof
niet te lang stil te zullen staan bij één akelige kant, maar zo snel mogelijk
door te gaan naar een andere akelige kant van het fenomeen.
De standaardantwoorden. Allochtonen lezen te weinig, brave
meisjes zitten steevast een niveau te hoog, leerlingen zijn altijd tegen het al
veel eerder gegeven advies ingaan maar nu moeten we er iets mee omdat ze nu
eenmaal bestaan, voor wiskunde wordt te weinig geoefend en de docent hoopt dat
het nog een zesje zal worden maar heeft er een hard hoofd in.
De eenzijdigheid en negativiteit. Rapportvergaderingen zijn
in wezen niet anders dan bijeenkomsten waarop elk cijfer onder de 5,5 besproken
wordt (zie boven) en waarop succesverhalen nooit aan bod komen. Het zou geen
gek idee zijn de beste vakken ook aan het woord te laten. Waarom scoort een
leerling daar wel? Of leest hij daar ook niet, zit zij ook daar een niveau te
hoog (etc., zie boven) en is het vak gewoon te makkelijk? Misschien zouden we
nog weleens heel interessante zaken kunnen leren van een holistischer visie.
Maar ja, de tijd, hè, want de onvoldoendes moeten namelijk jaar in jaar uit toelichten
dat hij te weinig leest, zij te hoog zit (etc., zie boven) en het is kwart voor
zes voor je het weet.
Het ligt altijd aan de leerling. Zie boven. Ze stellen geen
vragen, zijn niet voorbereid, hebben niets gedaan, zitten te klieren, slapen,
werken of sporten te veel, noem maar op. Maar leerlingen zijn geen onafwendbare
natuurverschijnselen of nauwelijks van koers te veranderen tankschepen. Ask not what your pupil can do for
you, but ask what you can do for your pupil.
De verveling. En maar zitten en maar wachten en maar horen
hoe zij te hoog zit en hij niet leest. Vooral erg als je geen onvoldoendes hebt
in je groep. Dan mag je namelijk niets zeggen. En dus zit je braaf te lezen, na
te kijken of met je buurman te praten. Met een mond vol pepernoten, maar een
smaak alsof je een kudde gnoes … – maar
deze vrij directe vergelijking zal ik niet vervolledigen. De betamelijkheid
verbiedt dat.
Arie Slob kan rustig gaan slapen, want zo lang overal in den
lande het fenomeen rapportvergadering nog bestaat, is er niets aan de hand en
valt het met de werkdruk wel mee. Want als rapportvergaderingen iets bewijzen
is het dit: we hebben geen gebrek aan tijd, wel gebrek aan visie en zijn te
bedonderd om te zeggen dat het tot hier en niet verder gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten