vrijdag 5 januari 2018

Dwarsligger: Rapportvergaderingen


Als ik Arie Slob was, zou ik me geen enkele zorg maken over de werkdruk in het onderwijs. Tenminste: niet zo lang overal in den lande het fenomeen rapportvergadering nog bestaat. Want als die flauwekulmiddagen iets bewijzen is het dit: we hebben geen gebrek aan tijd, wel gebrek aan visie en zijn te bedonderd om te zeggen dat het tot hier en niet verder gaat. Ik zal u een aantal zeer akelige kanten van het fenomeen schetsen, waarbij ik u beloof niet te lang stil te zullen staan bij één akelige kant, maar zo snel mogelijk door te gaan naar een andere akelige kant van het fenomeen.

De standaardantwoorden. Allochtonen lezen te weinig, brave meisjes zitten steevast een niveau te hoog, leerlingen zijn altijd tegen het al veel eerder gegeven advies ingaan maar nu moeten we er iets mee omdat ze nu eenmaal bestaan, voor wiskunde wordt te weinig geoefend en de docent hoopt dat het nog een zesje zal worden maar heeft er een hard hoofd in.

De eenzijdigheid en negativiteit. Rapportvergaderingen zijn in wezen niet anders dan bijeenkomsten waarop elk cijfer onder de 5,5 besproken wordt (zie boven) en waarop succesverhalen nooit aan bod komen. Het zou geen gek idee zijn de beste vakken ook aan het woord te laten. Waarom scoort een leerling daar wel? Of leest hij daar ook niet, zit zij ook daar een niveau te hoog (etc., zie boven) en is het vak gewoon te makkelijk? Misschien zouden we nog weleens heel interessante zaken kunnen leren van een holistischer visie. Maar ja, de tijd, hè, want de onvoldoendes moeten namelijk jaar in jaar uit toelichten dat hij te weinig leest, zij te hoog zit (etc., zie boven) en het is kwart voor zes voor je het weet.

Het ligt altijd aan de leerling. Zie boven. Ze stellen geen vragen, zijn niet voorbereid, hebben niets gedaan, zitten te klieren, slapen, werken of sporten te veel, noem maar op. Maar leerlingen zijn geen onafwendbare natuurverschijnselen of nauwelijks van koers te veranderen tankschepen. Ask not what your pupil can do for you, but ask what you can do for your pupil.

De verveling. En maar zitten en maar wachten en maar horen hoe zij te hoog zit en hij niet leest. Vooral erg als je geen onvoldoendes hebt in je groep. Dan mag je namelijk niets zeggen. En dus zit je braaf te lezen, na te kijken of met je buurman te praten. Met een mond vol pepernoten, maar een smaak alsof je een kudde gnoes …  – maar deze vrij directe vergelijking zal ik niet vervolledigen. De betamelijkheid verbiedt dat.

Arie Slob kan rustig gaan slapen, want zo lang overal in den lande het fenomeen rapportvergadering nog bestaat, is er niets aan de hand en valt het met de werkdruk wel mee. Want als rapportvergaderingen iets bewijzen is het dit: we hebben geen gebrek aan tijd, wel gebrek aan visie en zijn te bedonderd om te zeggen dat het tot hier en niet verder gaat.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten